Vanaf komende maandag 29 augustus tot en met 23 oktober presenteert het Haags Gemeentearchief de tentoonstelling '200 jaar Mauritshuis'.
Het Mauritshuis staat op een van de oudste plekken in het centrum van Den Haag, aan de Hofvijver, pal naast het Binnenhof. Ooit gebouwd als woonhuis, daarna werd het een gastenverblijf, een bibliotheek en uiteindelijk een museum.
Op 5 januari 1822 opende koning Willem I het Mauritshuis als museum en noemde het Koninklijk Kabinet van Schilderijen. De schilderijen die er kwamen te hangen had Willem I geërfd van zijn vader, stadhouder Willem V.
Tekst gaat door onder foto.
Publiekstrekker
Het beroemdste schilderij in het museum was lange tijd 'De stier' van Paulus Potter. Van heinde en verre kwamen mensen speciaal voor dit enorme doek naar het Mauritshuis. Nu is 'Meisje met de parel' van Johannes Vermeer de grote publiekstrekker.
De tentoonstelling 200 jaar Mauritshuis is in het Atrium te vinden bij de ingang van de studiezaal van het Haags Gemeentearchief, tijdens de openingstijden van het Atrium. De toegang is gratis.